Begeerlijk gepimpt kunstbeen

kunstbeenGehoorapparaten, rolstoelen, rollators, fietshelmen, kunstbenen: de meeste mensen gebruiken ze liever niet. Ze mijden het stigma van oud, zwak of zielig. Maar hulpmiddelen hebben we vroeg of laat allemaal nodig, volgens de Belgische productontwerper Kristof Vaes (1972). Wat begon als een ontwerpopdracht voor een maskertje tegen fijnstof voor astmatische kinderen, mondde uit in een promotieonderzoek naar wat afkeer opwekt, en hoe ontwerpers dat weg kunnen nemen.

Hoe meet je hoe stigmatiserend een hulpmiddel is?

„Stigma zit hem vooral in de reactie van anderen. Proefpersonen met verschillende typen gezichtsmaskers heb ik op drukke plekken geposteerd. Aanvankelijk keken we of voorbijgangers omkeken, of iets riepen. Uiteindelijk bleek de afstand tussen de proefpersoon en de voorbijganger de beste maat. Draagt een proefpersoon geen masker, dan is die afstand rond de 110 centimeter. Maar draagt hij wel een masker, dan blijft de voorbijganger soms wel 50 centimeter verder weg.”

Welke stofmaskers schrokken het minst af?

„Ik heb twee prototypes stofmaskertjes voor astmapatiëntjes ontworpen, doorzichtige waarbij je mond en neus nog kon zien. Die heb ik vergeleken met een wit medisch stofmasker, een neopreen stofmasker voor fietsers, en een masker verwerkt in een sjaaltje. De sjaal wekte de minste weerstand, het witte medische masker het meest. Dat is cultuurgebonden. In Japan is het juist beleefd om een wit masker te dragen als je bijvoorbeeld verkouden bent.”

Zijn er ook producten die juist positieve reacties uitlokken?

„Zeker en vast. Rolstoelen zien er bijvoorbeeld tegenwoordig heel dynamisch uit, met mountainbike-achtige onderdelen. Ik heb ideeën ontwikkeld voor producten, maar ook strategieën die de mentale of fysieke kracht van de gebruiker bespelen, of de publieke opinie veranderen. Dat laatste kan door een reclamestunt, of als een beroemdheid het aanprijst. Zo voert popzanger Sting al jaren campagne tegen gehoorverlies.”

Hoe geef je de gebruiker mentale kracht?

„Je kunt bijvoorbeeld op een stofmaskertje ‘Shut the f*ck up’ zetten, of een kusmondje. Of een grappige tekening van het ongeluk op een steunband voor een gebroken arm, een figuurtje dat van de trap is gevallen bijvoorbeeld. Zo hoeft de gebruiker niets uit te leggen. Of er iets extra’s aan toevoegen, waardoor anderen er een beetje jaloers op worden. Van een kindermaskertje kun je een tof spionnenmasker maken, met een viziertje en een stemvervormer.”

„Aimee Mullins, een Amerikaans paralympisch atlete en fotomodel, heeft twaalf verschillende onderbeenprotheses. Ze heeft Cheeta Legs van koolstofvezel, waarmee ze sneller kan rennen dan mensen met gewone benen. Maar ze heeft ook huidkleurige waarmee haar benen 5 centimeter langer lijken, en een stel prachtig bewerkte laarsvormige houten benen. Op die manier wordt een prothese iets waarmee je je kunt onderscheiden.”

Kristof Vaes verdedigt zijn proefschrift “Product Stigmaticity. Understanding, Measuring, and Managing Product-Related Stigma” op maandag 28 april 2014, om 15.00 uur aan de Technische Universiteit Delft.

Verschenen op 28 april 2014 in NRC Handelsblad en nrc.next

 

Leave a Reply