Hersenonderzoeker Henry Markram speurt naar autisme in een mysterieus orgaan
De autistische zoon van hersenonderzoeker Henry Markram drijft diens zoektocht naar een allesomvattend model van de werking van het brein, en van autisme. ‘Ik wil niet één molecuul of gen onderzoeken, ik wil snappen hoe alles met elkaar verband kan houden”
Midden in de nacht, boven op een besneeuwde bergtop, schreeuwt de 24-jarige Kai het uit. Hij gaat compleet door het lint, stampt en tiert. De nachtelijke sleetocht waarmee het gezin de verjaardag van één van zijn zussen zou vieren, draait uit op consternatie. De jongen, die op zijn vijfde al sneller dan zijn vader zijn snowboard over de sneeuw joeg, is overweldigd door de witte hellingen. Zijn vader krijgt hem niet gekalmeerd. Hij kent de oorzaak. Op zijn zesde kreeg zijn zoon de diagnose autisme. Instortingen als deze is hij wel gewend. Maar hij weet sinds kort pas hoe hij het had kunnen voorkomen. De aanval zelf. En misschien zelfs ook de complete neiging tot woedeaanvallen.
Er zijn weinig mensen die zo veel weten over het brein als Henry Markram (59). De rijzige hersenwetenschapper is hoogleraar aan de Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne in Zwitserland en bestudeert al zijn hele leven de werking van het mysterieuze orgaan, van de cellichamen tot tot in de uiterste puntjes van zenuwcellen. Hoe die met elkaar communiceren, hoe ze leren. Maar als zijn zoon Kai er niet was geweest, was hij vastgelopen als onderzoeker. >> Lees verder op nrc.nl
Dit interview verscheen op 25 juni 2021 in NRC