Angst voor spinnen is te zien op hersenscans. Mensen met spinnenfobie kondenop plaatjes van hun eigen hersenen zien hoe goed hun strategie tegen de angst werkte.
Tegen ernstige angststoornissen werken de bestaande behandelingen lang niet altijd. De Duitse psycholoog Anna Zilverstand (1975) stopte mensen met spinnenangst in een hersenscanner. Daar leerden zij hoe hun bange brein eruit ziet en hoe ze het kunnen kalmeren.
Hoe temper je spinnenangst met een hersenscanner?
„We toonden studenten met een spinnenfobie plaatjes van die dieren, terwijl ik met functionele magnetische resonantiebeeldvorming (fMRI) hun brein in beeld bracht. De griezeligheid van de plaatjes varieerde van een klein spinnetje op een boomblad tot een grote zwarte spin die op een gezicht zit. We leerden de deelnemers vier cognitieve technieken die de angst kunnen laten afnemen. Ze konden zich bijvoorbeeld concentreren op het feit dat de spin niets kan doen, of op hoe mooi hij er eigenlijk uitzag. In de scanner kregen ze na het zien van een plaatje terugkoppeling, feedback, van de activiteit in twee gebieden in hun eigen brein. Ten eerste de prefrontale cortex, achter het voorhoofd. Die laat zien hoe goed ze een cognitieve techniek toegepast hebben. De tweede was de activiteit van de insula, actief bij angst. Ze moesten verder gaan met de techniek waarbij ze de beste feedback kregen.”
En, verdween de angst?
„De mensen in de behandelgroep leerden sneller hun angst te verminderen dan die in de controlegroep. Die deden hetzelfde in de scanner, maar kregen geen feedback over hun hersenactiviteit. Maar drie maanden later was de angst ook bij de controlegroep even ver gedaald. Ik kan dus nog niet zeggen of het werkt. Het is een nieuwe techniek waar nog maar weinig onderzoek aan is gedaan.”
Van de bekendere manier van neurofeedback, met elektroden op de schedel die hersengolven meten, is ook nog niet duidelijk of het werkt. Waarom gebruik je een dure fMRI-scanner?
„Hiermee kun je activiteit uit diepgelegen hersengebieden terugkoppelen. Dat kan met elektroden niet. Het is uiteindelijk niet bedoeld voor spinnenfobie. We willen een alternatieve behandeling ontwikkelen voor mensen met ernstige angststoornissen, zoals bijvoorbeeld posttraumatische stressstoornis. Een derde tot de helft van deze patiënten heeft geen baat bij bestaande therapieën, zoals medicijnen, gedragstherapie of mindfulness en meditatie.”
Kun je emoties en cognitieve processen wel aflezen uit fMRI data?
„Dat kun je niet met honderd procent zekerheid zeggen. De activiteit in de prefrontale cortex gaat ook omhoog als mensen hoofdrekenen. Je moet erop vertrouwen dat deelnemers de technieken toepassen die wij uitleggen. Dat doe ik, ze waren heel gemotiveerd. Ze vonden het fijn om van hun spinnenangst af te komen zonder dat er echte spinnen aan te pas kwamen.”
Anna Zilverstand verdedigt haar proefschrift “Towards clinical applications of fMRI neurofeedback. Learning how to change brain states” op woensdag 2 juli om 12.00 uur aan de Universiteit Maastricht.
Verschenen in NRC Handelsblad en nrc.next op maandag 30 juni 2014